Evaluatie

Voor het vak Beeldcultuur heb ik zes opdrachten moeten maken dit semester, bestaande uit een semiotische analyse (Rotterdam), een paradigmatische analyse (Afrika), een syntagmatische analyse (Amerika: Honey), een pragmatische analyse (Dada), over beeld en werkelijkheid (Syrië) en voyeurisme (The voice of HOLLAND). Deze opdrachten hebben me geholpen om op een andere manier naar uitingen van beeldcultuur te kijken. Mijn voorkeur gaat, zoals jullie misschien hebben opgemerkt, uit naar foto’s. Een moment in een film gaat vaak snel voor bij, maar als je lang naar een foto kijkt, ontdek je steeds weer nieuwe dingen. Met behulp van de opdrachten heb ik geleerd preciezer naar beeld te kunnen kijken, het op verschillende manieren te analyseren en zo nieuwe of diepere betekenissen te vormen.

Om het vak af te sluiten met een goed moet je in staat zijn bepaalde leerdoelen te hebben gehaald. Het eerste doel is kennis en inzicht met betrekking tot semiotiek. Dit heb ik vooral laten zien in opdracht 1 en doorgewerkt in de rest van de opdrachten. Daarnaast heb ik de schema’s van teken, werkelijkheid en interpretant van de colleges opgepikt en dit kunnen toepassen. Voor het vak cultuur in maatschappij dit semester moesten we ook een semiotische analyse maken, die ik ook met een voldoende heb afgerond. Hierbij kwamen de schema’s goed van pas, omdat ik zelf een onderdeel van het schema was (interpretant). Vaak ben je ook geneigd om een teken uit gewoonte of overtuiging een bepaalde betekenis toe te kennen, maar door beter te kijken en te analyseren ben ik erachter gekomen dat niet elk teken de betekenis heeft die het op het eerste gezicht lijkt te hebben.

Daarna kwam kennis en inzicht met betrekking tot narratologie. De kennis en inzicht die ik hiervan heb, heb ik vooral kunnen aantonen in de opdracht over Amerika: Honey. Hiervoor heb ik ook het boek literaire mechaniek gebruikt, omdat dit onderwerp daarin ook uitgebreid werd uitgelegd. Dit boek heb ik ook voor het eerste semester gebruikt, waarbij ik het verhaal ‘Apollien’ van Hafid Bouazza moest analyseren en de narratologie uiteen moest zetten. Voor deze analyse had ik ook een zeven. Hoewel het met een film anders is, en er ook andere aspecten bij komen kijken, vind ik dat ik ook bij de film Honey mijn kennis en inzicht goed heb kunnen gebruiken. Hierbij komt natuurlijk wel dat ik de fabel naar eigen inzicht heb ingevuld, omdat die niet voor iedereen gelijk hoeft te zijn, maar bij een chronologische film komt dat vaak overeen met andere kijkers. Het sujet is wel voor iedereen gelijk en heb ik dan ook uitgebreid in de opdracht Amerika besproken, net als de rest van de narratologische aspecten.

Als derde heb ik met mijn opdrachten aangetoond kennis en inzicht te hebben van de hedendaagse beeldcultuur in haar verschillende aspecten: beeld, kijker en een combinatie van beiden. Dit leerdoel kan ik aantonen als u mijn gemaakte opdrachten heeft bekeken. Daarnaast heb ik uit de fragmenten en voorbeelden die in het college gebruikt zijn ook een hoop kennis kunnen halen. Daarnaast ben ik in staat de inzichten van de semiotiek, [nieuwe] narratologie, representatietheorieën en psycho-analyse toe te passen op hedendaagse uitingen van beeldcultuur. Dit heb ik niet alleen kunnen aantonen met de opdrachten van dit vak, maar ook met opdrachten van andere vakken, zoals de semiotische analyse van Cultuur in Maatschappij die ik met een voldoende heb afgesloten. Daarnaast ben ik op een heel andere manier naar hedendaagse uitingen van beeldcultuur gaan kijken. Het is niet meer alleen als amusement voor mij bedoeld, maar je gaat op details letten, beeldcultuur analyseren en gerichter interpreteren. Voor mij is beeldcultuur nu minder oppervlakkig.

Het volgende leerdoel is oordeelsvorming. Ik ben in staat om tot een gewogen eigen oordeel te komen over hoe oordeelsvorming i.v.m. de hedendaagse uitingen van beeldcultuur tot stand komt, omdat ik niet alles van anderen overneem. Ik bekijk de oordelen van anderen eerst kritisch, weeg ze tegen elkaar en mijn eigen idee af en bekijk hoe anderen tot dat oordeel over een uiting van beeldcultuur zijn gekomen. Deze oordelen en de manier waarop anderen tot een oordeel zijn genomen kan ik meenemen bij mijn eigen oordeel, maar kan deze ook verwerpen als ik het er niet mee eens ben en een tegenovergesteld oordeel vormen. Dit helpt mij ook om anderen te beoordelen op formele en inhoudelijke gronden. Via discussion board heb ik geen feedback gegeven, maar met de eerstejaars van ACW hebben we een facebook, waar we feedback op elkaars opdrachten hebben gegeven. Ook hebben we het eerste semester bij de analyse van verhalen en narratologie feedback moeten geven op medestudenten. De reacties over mijn feedback waren hier erg positief. De verworven kennis, inzichten, toepasbaarheid en resultaten van mijn oordeelsvorming heb ik vooral schriftelijk of via de computer kunnen presenteren door middel van de opdrachten op de computer en de feedback op de computer en schriftelijk. Wel heb ik af en toe met medestudenten kunnen discussiëren over de opdrachten en hoe ieder daarover dacht.

Als laatste leerdoel zijn de leervaardigheden. Hoewel ik de opdrachten vrij abstract vond, heb ik toch geleerd zelfstandig te denken en te werken. Ondanks dat je wel eens met andere overlegd en naar andere opdrachten kijkt, heb ik geleerd te doen waarvan ik denk dat het goed is en niet altijd over te nemen wat anderen denken dat het goede is. Of ik het ook daadwerkelijk goed heb gedaan weet ik niet, want ik heb van de docent of van medestudenten buiten de eerstejaars ACWstudenten nooit feedback gehad. Maar het heeft me in ieder geval sterker gemaakt in het opzicht met risico’s nemen. Ik heb geleerd vanuit verschillende perspectieven te kijken en verschillende methodes te gebruiken bij het analyseren van uitingen van beeldcultuur, en verschillende methodes en perspectieven te combineren om zo tot een goede interpretatie te komen die voor mij het beste werkt, ook al is deze soms anders dan die van anderen. Ik ben nu ook beter in staat mijn kennis te delen met anderen en ben is staat mijn mening beter te kunnen onderbouwen, omdat ik specifieker kan kijken naar uitingen van beeldcultuur. Daarnaast beschik ik over academische vaardigheden, waarvan ik de meeste heb kunnen aantonen in deze cursus. Ik heb de literatuur uit de cursus uitvoerig bestudeerd en toegepast in de opdrachten. Naast de literatuur uit de cursus ben ik op zoek gegaan naar andere literatuur die van toepassing waren op het onderwerp en die ik kon gebruiken bij mijn opdrachten. Ik heb deze literatuur wel eerst op betrouwbaarheid onderzocht en waren voornamelijk wetenschappelijk. Aan het eind van elke opdracht heb ik kritisch gereflecteerd op de gebruikte literatuur, omdat ik soms wat informatie miste of de literatuur te algemeen of te specifiek vond. Dit was overigens niet altijd het geval, sommige literatuur was heel goed bruikbaar en sloot heel goed aan bij het onderwerp. Door mijn opdrachten en deze blog hebben ik mijn schrijfvaardigheden kunnen delen. Natuurlijk is dit niet de enige cursus waar mijn schrijfvaardigheden getoetst zijn. Bij de cursussen academisch Nederlands, religie en ritueel, interpretatie van cultuuruitingen en religieus landschap heb ik mijn schrijfvaardigheden ook kunnen bewijzen door verschillende papers in te leveren en allemaal af te sluiten met een goed cijfer. Helaas heb ik in deze cursus mijn presentatievaardigheden niet kunnen aantonen. Hierover beschik ik wel. Toen ik op de middelbare school zat, zijn we twee en drie jaar geleden naar Rome en Berlijn geweest. Omdat dit voor veel mensen nieuwe steden waren, heb ik samen met een paar medestudenten de reis en de bezienswaardigheden gepresenteerd, zowel voorafgaande aan de reis (Berlijn) als tijdens de reis (Rome). Ook heb ik met vier medestudenten een film gepresenteerd op school vorig jaar, waarin we zelf een rol speelde. Later wil ik graag voor televisie presenteren, dus ik wil hiermee blijven oefenen!

Ik vind dat ik de cursus met een goed heb afgesloten, omdat ik beschik over de academische vaardigheden, ik heb alle leerdoelen gehaald, ik heb de opgegeven literatuur en nieuwe literatuur gebruikt bij mijn opdrachten, ik heb me vooral schriftelijk adequaat en aantrekkelijk uitgedrukt, de inhoud van de opdrachten en de toepassingen zijn vooral een reproductie van de literatuur en de behandelde collegestof en ik heb een kritische reflectie gegeven bij elk onderdeel. Daarnaast heb ik ook nieuwe dingen uitgeprobeerd, zoals photoshop bij opdracht twee (dit is alleen niet zo mooi geworden als ik had gehoopt) en deze blog maken, wat voor mij ook de eerste keer is.

Als laatste nog een paar punten die ik belangrijk vond van de cursus:

  • De cursus was erg leerzaam met betrekking op nieuwe manieren van kijken naar verschillende uitingen van beeldcultuur
  • De keuzevrijheid bij de opdrachten vind ik belangrijk. Een opdracht is vaak leuker met een zelfgekozen uiting van beeldcultuur, omdat je hier vaak meer over weet of wilt weten.
  • Ik vind het belangrijk dat je niet één perspectief voorgeschoteld krijgt, maar dat je verschillende perspectieven leert bekijken en verschillende methodes behandeld.
  • Een ander belangrijk punt is dat je zelf ook in staat bent op verschillende manieren te analyseren. Niet alles wordt je theoretisch uitgelegd, maar je moet het ook daadwerkelijk kunnen toepassen.
  • Wat misschien minder belangrijk is, maar wel fijn, is dat de cursus om herkenbare onderwerpen gaat, iets wat echt van deze tijd is en met hedendaagse ontwikkelingen te maken heeft, zodat het voor een student makkelijk is je iets voor te stellen bij het onderwerp en het niet compleet iets nieuws is.

Ik vond het in ieder geval een heel leuke cursus waarvan in veel heb opgestoken, zowel theoretisch als in de praktijk!

Plaats een reactie